Skip to main content

Aandachtspunten m.b.t. laden en rijden; zie ook bijlage 1

1. Botenwagen

  • De chauffeur zorgt dat de banden op spanning staan voor je een toertocht gaat maken en doet dit voordat de boten opgeladen zijn.
  • De chauffeur checkt de verlichting door zijn auto ervoor te zetten en de connectie van de lichten te controleren. De lichtbalk staat achterin de Rapp-loods.
  • De chauffeur neemt de pot-krik en de kruissleutel mee in zijn auto voor het geval er bandenpech is, deze liggen in de grijze kast achter in de Rapp-loods. Tevens zorgt hij voor een disselslot, dit ligt bij de afschrijfcomputers. Let er op om ook het bijbehorende hangslot mee te nemen.
  • De wherrywagen heeft geen eigen kenteken. De chauffeur moet zelf voor een metalen witte kentekenplaat zorgen, met daarop het kenteken van de trekkende auto. Neem ook passende boutjes/tiewraps mee om de kentekenplaat op de botenwagen te monteren.
  • De wherrywagen heeft een 7-polige stekker voor aansluiting op de trekkende auto. Zorg zelf voor een verloopkabel of een verloopstekker indien de trekauto niet een 7-polige maar een 13-polige aansluiting heeft.

2. Laden van de botenwagen

  •  De boten worden de avond voor vertrek opgeladen.
  • De wherry’s hebben een vaste plaats op de botenwagen; de Donge is de lichtste en deze ligt altijd bovenop, de Henk Cosijn in het midden en de Jan van Gent, onze grootste en zwaarste wherry moet altijd onderop. Meer boten dan drie wherry’s mogen niet op deze botenwagen vervoerd worden, vanwege instabiliteit bij het rijden en omdat dan het maximale gewicht wordt overschreden.
  • De tas met spanbanden, kussentjes en elastieken voor het bruine zeil liggen in de grijze toerroei-kast achterin de Rapploods.
  • Bij het laden van de boten moeten de stempels achteraan de botenwagen uitgezet worden. De lichtbalk dient bij het laden van de boten verwijderd te zijn. Laad de wherry’s tot bijna boven de kogelaankoppeling van de dissel.
  • Zorg dat alle landvasten ingekort en vastgebonden zijn, zodat ze er niet uit kunnen hangen. Met de landvasten kunnen ook de inklapbare riggers vastgebonden worden aan de spanten teneinde beschadiging te voorkomen.
  • Riemen en losse onderdelen, zoals rugsteunen, vloerdelen, rolbankjes en dergelijke worden uit de boten gehaald en zullen als laatste in de onderste boot, de Jan van Gent, worden weggelegd zodanig (riemen lepelsgewijs) dat de kogeldruk circa 30 kg is. Het bruine zeil dekt uiteindelijk de Jan van Gent af, zodat alles veilig opgeborgen ligt in de onderste boot.
  • Let bij het laden van de Donge op de staalkabels bij het passeren van de riggers, die om beurten eromheen gehaald moeten worden.
  • Zorg dat de stalen kabels niet tussen de kettingen van de balken of de spanbanden komen.
  • Let er op dat de spanbanden strak, dus niet gedraaid, onder de boot gespannen zijn om schuurschade te voorkomen.
  • Zorg dat de ratel van de spanbanden een beschermplastic of handdoek heeft bij de huid van de boot om lakschade te voorkomen.
  • Zorg dat de spanbanden na het opspannen ingekort worden om lakschade door flapperen te voorkomen.
  • Controleer dat de boten in het midden van de botenwagen hangen voor een goede gewichtsverdeling in verband met de stabiliteit bij het rijden.
  • Zorg ervoor dat de ratel van de lier steeds aan staat en hoorbaar is, zo voorkom je het losschieten van de kabels en een duik van de boot.
  • Zorg dat de spanbanden steeds goed aangetrokken zijn, zodat de boot niet kan bewegen, maar let op, te strak aangespannen kan de spanten beschadigen.
  • Check dat de ratel van de spanbanden aan de bermzijde zit (dus niet aan de chauffeurskant!) omdat je dan veilig staat, mocht er onderweg iets bijgesteld moeten worden.
  • Zorg bij het inladen van de Jan van Gent dat de koperen punt niet in de huid van de bovenliggende boot prikt. Houd hiervoor de Jan van Gent achteraan wat omhoog.
  • De boten hangen altijd met spanbanden aan een balk die met bouten en borgpennen vast zit. De naam “R.V. Breda” moet bovenaan geplaatst worden, zodat hij leesbaar is voor achterliggers.
  • De lichtbalk gaat als laatste aan de botenwagen en wordt met een spanband aan de Jan van Gent opgebonden, zodat hij echt strak eronder hangt en niet gaat bewegen bij een verkeersdrempel.
  • Let er bij het aanbrengen van de lichtbalk op dat de lading niet meer dan een meter achter de lichtbalk uitsteekt. Anders moet een “Markeringsbord lange lading” (diagonaal rood-wit gestreept, afm. 0,50 m x 0,50 m) aangebracht worden dat ’s nachts en bij slecht zicht overdag moet zijn verlicht.

3. Voor vertrek

  • Controleer of de verlichting van de botenwagen werkt en kijk of de elektrische kabel niet over de grond sleept alvorens je wegrijdt.
  • Controleer of de kogeldruk goed is nadat de stempels ingetrokken zijn en goed vastgezet zijn.
  • Vraag indien mogelijk om iemand achter de botenwagen te laten rijden ter controle, mocht er onderweg iets los raken.
  • Neem bij het uitrijden van de roeivereniging de busbaan, omdat de gewone rijstrook te krap is om te draaien en de botenwagen de vluchtheuvel dan ramt!
    Opmerking: Het reservewiel onder de botenwagen is moeilijk bereikbaar als de boten erop liggen. Het is handig de reserveband van te voren in de auto te leggen.

4. Rijden met de wherrywagen

  • De chauffeur heeft een geldig rijbewijs nodig. Rijbewijs B volstaat, mits de trekauto aan de eisen voldoet. Zie bijlage 1 para 4.
  • De verzekering is identiek aan die van de wedstrijdbotenwagen (zie bijlage 1 para 5). Resumé: kosten bij ongeval zijn voor de verzekering van de chauffeur. Tenzij die niet uitkeert kan een beroep gedaan worden op de WA-verzekering van de Roeivereniging).
  • De chauffeur houdt zich aan de maximumsnelheid van 90 km/u, in het buitenland vaak 80 km/u.
  • Rij niet vanaf KNMI weercode geel, omdat de boten veel wind vangen.

5. Eigenschappen van de botenwagen.

  • Reg. Nummer EG 71/320 21-2-4-1-0-5133
  • Koppeling geschikt voor 500 – 1000 kg
  • Kogeldruk: 75 kg maximaal
  • Bandenmaat: 165R1382T
  • Bandenspanning: 3,8 bar bij volbeladen; verhoog de bandenspanning van de trekauto met 0,4 bar
  • Leeggewicht 355 kg
  • EU wettelijk maximum gewicht volbeladen wherrywagen met witte kentekenplaat: 750kg.
divider_breda_logo