Skip to main content

Veiligheid algemeen
Aspecten van Veiligheid
Roei- en Vaarverboden
Basisvaarregels
Toezicht op veiligheid

Watersport kent grote risico’s. Bij roeien komt daar nog eens bij het varen in ranke en kwetsbare boottypes en met het zicht naar achteren. Veiligheid op het water is daarom ‘een halszaak’. Omdat veiligheid daar niet ophoudt, geven wij bij de RV Breda ook aandacht aan veilig werken op de terreinen en in de gebouwen. Bij ons is veiligheid niet alleen een kwestie van bestuur en commissies, zoals de veiligheidscommissie, maar van alle leden. Wij houden elkaar scherp en passen afgesproken regels toe.

9.1 Veiligheid algemeen

9.1.1 Algemene aandachtspunten voor je in de boot stapt

  • Ga alleen roeien als je je fit voelt. Neem geen risico’s. Besef dat je zelf verantwoordelijk bent.
  • Je mag alleen een boot gebruiken als je in het bezit bent van de voor die boot geldende oefen-, roei-en/of stuurbevoegdheid. Zie de overzichten in de hoofdstukken 5 Afroeien en 8.3 Jeugdroeien plus voor welk boottype deze zijn vereist.
  • In alle gevallen, waarin je onder leiding van een instructeur oefent in boten, waarin je nog niet hebt afgeroeid, moet de instructeur zich binnen roepafstand bevinden.
  • Stel je zonodig op de hoogte van de weersverwachting (bijv. via Buienradar).
  • Controleer altijd of je boot voldoet aan de veiligheidseisen (boegbal; heelstring en quick releases).
  • Wees je bewust van de watertemperatuur. Lees deze af op een waterthermometer bij het vlot of ga naar https://waterinfo.rws.nl/#!/kaart/watertemperatuur/. Deze link geeft onder meer de watertemperatuur aan van het Volkerak die vrijwel steeds binnen een graad van de temperatuur van de Mark is.
  • Bij trainingen in de winter of het vroege voorjaar in een skiff, luidt het advies niet alleen te varen maar met meerdere skiffeurs en/of een volgboot met reddingston. Neem altijd voorzorgsmaatregelen: (waterdicht verpakte) telefoon mee, aluminiumdeken en voldoende warm gekleed. Kies je ervoor alleen te gaan, zorg dan in ieder geval voor het vastleggen van een telefonisch contact.
  • Zie ook https://www.knrm.nl/images/downloads/Onderkoeling.pdf. Besef (met name als skiffeur) dat omslaan bij lage watertemperaturen tot koudeschok en/of onderkoeling kan leiden. Bij koudeschok kun je niet zwemmen. Onderkoeling verloopt sluipend en kan overleven in het water bedreigen. Bij 5°C watertemperatuur heb je ongeveer 30 minuten. Vanuit het midden van de zwaaikom ter hoogte van de Markkanaalbrug bijvoorbeeld kom je mogelijk in de gevarenzone. Ook bij 10-12°C treedt al vaak onderkoeling op.
  • Als je op de Mark omslaat buiten de bebouwde zijde van Terheijden (dus ook de overkant van de vereniging) moet je rekenen met 1,5 -2 km (reeds onderkoeld) lopen door bouw- en weiland om het eerste huis te bereiken. Roeien kost minder energie om de vereniging te bereiken.

9.2 Aspecten van Veiligheid

  • Hoe veilig roeien is hangt af van je bewustzijn van de risico’s en je eigen gedrag als roeier of stuurman.
  • Houd voldoende rekening met de overige gebruikers van het roeiwater (andere roeiers, vissers, beroeps- en recreatievaart), het weer, het gebruikte materiaal.
  • Let op je persoonlijke veiligheid en vermijd onnodige risico’s.

9.2.1 Scheepvaart

Je eigen positie op het water kun je niet los zien van de scheepvaart en dat bepaalt vaak de veiligheid van je eigen boot. Kies daarom altijd de meest veilige positie op water en vaar strak aan de SB-wal. Als stuurman of sturende roeier moet je flink vooruitkijken of frequent omkijken. Houd rekening met het ontstaan van dode hoeken en anticipeer op het mogelijke gedrag van de andere watergebruikers. Bedenk dat een roeiboot dicht op het water ligt en daardoor voor andere watergebruikers moeilijk zichtbaar is. Bovendien is een roeiboot erg kwetsbaar en slaat bij een aanvaring snel om. Veel wherry’s en C-boten hebben geen drijfvermogen, kunnen na omslaan zinken en zijn nutteloos als drijfelement voor drenkelingen. ‘Lange’ roeiboten zijn moeilijk te sturen; uitwijken en rondmaken kost daarom veel tijd en ruimte. Koerswijzigingen kunnen dus nooit abrupt zijn.

9.2.2 Weersomstandigheden

9.2.2.1 Veiligheid op het water is zeer afhankelijk van de heersende weersomstandigheden. Factoren die hierbij van direct belang zijn:

  • lage temperatuur van lucht en water
  • hoge temperatuur en felle zon
  • harde wind
  • slecht zicht
  • onweer

9.2.2.2

Richtlijn Zichtbaarheid van de KNRB

De KNRB heeft een richtlijn zichtbaarheid uitgebracht. Hoewel roeiverenigingen zelf
bepalen op welke wijze leden invulling geven aan deze richtlijn, is de minimumrichtlijn duidelijk
geformuleerd:

  1. Draag tijdens het varen goed zichtbare kleding: zeker voor skiff-roeiers, slag- en
    boegroeiers.
  2. Het dragen van High-Visibility (reflecterende) kleding/hesjes wordt geadviseerd.

Uiteraard heeft dit advies geen betrekking op clubtenue’s voor (officiële) wedstrijden.
Het bestuur hecht eraan dit advies nadrukkelijk aan alle leden door te geven, immers juist in deze
zomermaanden worden we weer geconfronteerd met gevaarlijke situaties op het water: niet alleen
bij ons op de Mark , maar in heel Nederland!

DUS: vaar veilig, wees zichtbaar !

9.3 Roei- en vaarverboden

9.3.1 Roei- en vaarverboden betreffen niet alleen de veiligheid op het water maar ook die op de kant. Windvlagen bijvoorbeeld kunnen boten uit de schragen doen waaien of bij het tillen uit de handen trekken. Er is een roei- en vaarverbod van kracht tijdens de volgende omstandigheden:

  • Wind: bij windkracht 6 of wanneer er schuimkoppen op de Mark ter hoogte van de roeivereniging staan.
  • Duisternis: van een kwartier ná zonsondergang tot een kwartier vóór zonsopgang. Bron: de melding daarover in het RV Breda Afschrijfboek (BRS). Alleen het bestuur kan dispensatie verlenen.
  • Kou: als de buitentemperatuur bij de vereniging lager is dan -2,0°C.
  • IJs: als er ijs(schotsen) ligt op de Mark of het Markkanaal.
  • Mist: bij mist minder dan 500m zicht: de twee verkeersborden (wit en groen) op de westelijke oever (midden zwaaikom) ter hoogte van Markkanaal vanaf RV Breda niet zichtbaar.
  • Onweer: voorkom dat je op het water bent. Raadpleeg Buienradar bij dreigend weer.
  • Bij een water- en buitentemperatuur lager dan 10ºC: zie tabel.
  • Bijzondere gelegenheden: door het bestuur af te kondigen.
Tweebladig roeien
watertemperatuur**luchttemperatuur**afschrijfbevoegdheden
S1(inclusief oefenen
gladde skiff)
B1B3S3 en S2: 2x
>10°C. >10°CToegestaanToegestaanToegestaanToegestaan
5-10°C5-10°CToegestaan mits met minimaal 2 skiffeurs
en alleen tussen haven Terheijden
en kilometerpaal
Toegestaan mits tussen haven Terheijden
en kilometerpaal 4
ToegestaanToegestaan
<5°C-2-5°CNiet toegestaanNiet toegestaanAfgeradenAfgeraden

*= S2 en B2 betreffen vier- en meerbladig roeien en vallen daarmee buiten dit overzicht. Bij meerbladig roeien aanzienlijk minder kans op omslaan. Alleen voor een gladde 2x blijft er enig risico op omslaan, waardoor deze als enige is toegevoegd aan de S3.

**= aan beide moet tegelijk worden voldaan; indien aan slechts één temperatuur wordt voldaan, geldt de rij eronder.

Voor meer informatie over onderkoeling: 34c35742-vdjs-wat-is-onderkoeling.pdf (knrb.nl)

9.3.2 Uitzondering op tweebladig roeien bij een buitentemperatuur lager dan 5ºC: wedstrijdjeugd vanaf 15 jaar met een bevoegdheid vanaf Skiff 3 (zie 8.3) mag onder begeleiding van een ervaren coach in een volgboot (met reddingston, pikhaak en peddel) voor wedstrijden trainen in de skiff. Ouders tekenen formulier “Jeugd zelfstandig roeien” en dienen dat bij de secretaris in.

9.3.3 Restricties voor recreatief roeien rond en tijdens wedstrijden (inbegrepen Markcompetitie):

  • uitvaren richting Terheijden is verboden
  • deelnemende wedstrijdploegen hebben absolute voorrang op de vlotten

9.3.4 Een roei- en vaarverbod kan worden ingesteld en opgeheven door of namens het bestuur en geldt voor alle boten (ook privé-boten). Dispensatie daarentegen geldt voor specifieke roeiers/crews.

9.4 Basisvaarregels (zie ook bijlage 4 Vaarreglement)

9.4.1 Algemeen

  • Doe alles om gevaarlijke situaties te voorkomen. Ook als je voorrang hebt. Dit is goed zeemanschap!
  • Klein wijkt voor groot: kleine schepen wijken voor grote. Recreatievaart wijkt voor beroeps. Kleine motorboten wijken voor zeil- en roeiboten.
  • Houd stuurboordwal. Schepen die geen eigen wal houden, moeten voor je wijken, zelfs beroepsvaart.
  • Verkeer op een hoofdvaarwater gaat voor verkeer op een nevenvaarwater. Maar voorrang neem je niet, je krijgt het!
  • Zorg dat je gezien wordt: draag opvallend gekleurde kleding (fluorescerend geel, oranje).
  • Kijk vaak en goed achterom (links én rechts), houd overzicht.
  • Houd altijd stuurboordwal.
  • Vaar een duidelijke koers en snelheid, zorg dat andere schepen duidelijk zien dat je laat lopen of weer oppakt.
  • Houd rekening met de dode hoek van binnenschepen. Tip: zie je de stuurhut, dan kan de schipper jou ook zien.
  • Stop op een veilige plek. Zorg dat je aan de kant ligt. Stop niet in een bocht of vlak bij een brug.
  • Laat schepen gemakkelijk passeren. Als een schip harder gaat dan jij, zorg dan dat hij snel op een overzichtelijke plek kan inhalen.
  • Roei niet bij slecht zicht: in de schemering of het donker en niet bij mist (minder dan 500 meter zicht, zie 9.3.1 Mist).
  • Mijd het schroefwater van binnenschepen. Een manoeuvrerend schip kan zomaar gas geven en je meters opzij duwen.
  • Het gemaal Kraaienest kan plotseling op de Mark spuien, waardoor je onverwacht kunt worden weggezet.

9.4.2 Interne regels

  • Gedragsregels bij het vlot: wegvarende boten hebben voorrang op aankomende boten.
  • Uit de richting Terheijden aankomende boten varen door tot paal 4.1 en maken dan rond. Dat geldt ook voor boten die aanleggen aan het Henk van Heel-vlot.
  • Roeiergometers: gebruik onder begeleiding van een instructeur/coach. Na het behalen van C1 mogen de ergometers ook zelfstandig gebruikt worden, met uitzondering van de RowPerfect ergometer waarvoor een aparte instructie nodig is.
  • Krachttoestellen: krachttoestellen en halters alleen gebruiken als je weet wat de (fysieke) risico’s zijn en je weet hoe ze te gebruiken. Je zo nodig laten coachen.
  • Motorboten vergen een specifieke instructie en zijn bedoeld voor coaching, het redden van drenkelingen of bij het afroeien. Bij het coachen moet de boot een aparte bestuurder hebben.
  • Voor een veilige beoefening van de roeisport is het dragen van reddingsvesten altijd verplicht voor de bemanning van coachboten, stuurlieden bij een lucht- of watertemperatuur <10°C, voor CAR-roeiers en als een beherende instantie dat voorschrijft (zoals voor toerroeiers in sluizen). Zie Hoofdstuk 2.11 Materiaal voor een uitgebreide handleiding voor het gebruik van reddingsvesten.
  • Een waterdicht verpakt mobieltje meenemen is handig.

9.5 Toezicht op veiligheid

9.5.1 Veiligheidscommissie (VC)

De RV Breda kent een VC die onder de voorzitter ressorteert. De VC adviseert het bestuur over veiligheidsaspecten, zoals genoemd in jaarlijkse risico-inventarisaties. Verder behandelt de VC door de leden gerapporteerde veiligheidsincidenten en signaleert zij onveilige situaties en handelingen voorzover niet genoemd in de risico-inventarisaties.

9.5.2 Veiligheidsincidenten en ongevallen

Ongevallen zijn voorvallen die hebben geleid tot letsel en/of schade. Incidenten zijn bijna-ongevallen die gemakkelijk tot letsel en/of schade hadden kunnen leiden en dus ‘ongeval’ zouden zijn geworden. Om ongevallen te voorkomen kijkt de VC vooral naar incidenten die vanuit de leden worden gesignaleerd. Onderzoek daarvan kan lessen opleveren die het veiligheidsbewustzijn in de vereniging versterken.

9.5.3 Meldingen en rapporten

Incidenten bij voorkeur melden via BRS. Dat geldt ook voor het melden van schade. Ongevallen (letsel of ernstige schade) worden altijd door de VC onderzocht. Van elk onderzoek gaat een rapport ter afdoening richting bestuur. Zie ook Hoofdstuk 2 Materiaal (§ 2.6 Botenonderhoud en schades)

9.5.4 Handhaving

  • Bij onjuiste, onzorgvuldige of onvoorzichtige behandeling van boten of riemen dan wel bij een grove overtreding van de veiligheidsregels kan het bestuur een lid of een ploeg een tijdelijk roeiverbod opleggen. Zie Statuten.
  • Naleving van regels wordt ook bereikt via sociale controle. Deze kan alleen effect sorteren indien met respect toegepast

 

divider_breda_logo